Wat zou er gebeuren, als de wereld door een geweldige ramp werd getroffen? Zeg maar super vulkaan uitbarsting, nucleaire oorlog, of een dikke vette meteoriet. Als de mens bijna dreigt uit te sterven, wat doet ie dan? Dan gaat hij zoeken naar woorden en verhalen, waardoor hij weer hoop krijgt om de wereld, zoals die is, aan te kunnen. Zo zijn de Gauls aan hun naam gekomen.
In de eerste helft van de 21ste eeuw hield de wereld zoals de mensen die kenden op te bestaan. Het was alsof er een grauwe deken over de aarde gelegd was, waardoor het overdag schemerdonker bleef. Alles was in zeer korte tijd onder dikke lagen sneeuw en ijs verdwenen. Buiten heerste de poolwinter en niets kon daarin lang overleven.
Om aan informatie te komen over de toestand in de wereld, gingen enkelen op verkenning uit. Onder leiding van de bioloog Scott vertrokken ze, in wat het voorjaar van 2026 had moeten zijn. Bij hun terugkeer, vier weken later, stonden de gezichten grimmig.
Scott zei somber: ‘We zijn alleen duisternis en kou tegen gekomen. Er is in onze directe omgeving geen teken van leven meer. Waar Parijs had moeten liggen, is nu een radioactieve vlakte.’
Een van de verkenners, de priester Jean Renouvier zei: ‘De wereld is weer terug bij af. Alles is woest en ledig. Heel Europa is in de greep van de chaos.’
Basil Johnston, een onderzoeker op het gebied van nanotechnologie, was aanwezig bij de terugkeer van de verkenners. Hij stond met zijn zoontje Jeffrey in een hoek van de hal. Hij haastte zich om het zwarte beeld dat geschetst werd te verzachten.
‘Heel Europa in de greep van de chaos?’ vroeg hij. ‘En ons kleine plekje dan?’
Hij hurkte bij Jeffrey neer en legde zijn handen op de schouders van zijn zoontje. ‘Wat staat er ook al weer aan het begin van elk boek van Asterix?’ vroeg hij. ‘Ceasar heeft heel Gallia veroverd, behalve het kleine dorpje van Asterix. Daar leven de Gauls nog in vrijheid en oude Julius kan er met geen mogelijkheid binnen komen.’
‘Zij hadden twee voordelen,’ zei Jean schamper. ‘Ze hadden een toverdrank en ze leefden in de fictieve wereld van een auteur, die hen altijd liet winnen.’
Basil stond op en draaide zich half naar Jean om en zei: ‘En ik zeg je dat de chaos buiten, ons niet zal veroveren. Wij hebben ook een soort toverdrank: onze technologie! En ik ben bereid om een van de auteurs te worden, die het verhaal gaat schrijven van onze wereld.’
‘In de echte wereld zijn de Gauls door Caesar van de kaart geveegd,’ zei Jean met minachting in zijn stem.
‘Dan wordt het tijd voor andere Gauls,’ riep Basil. ‘Onverzettelijke Gauls, waar de chaos zich op stuk bijt!’
Jean keek bedenkelijk, maar voor hij iets kon terug zeggen ging Basil verder.
‘Jean luister naar me. Een woeste en lege wereld is niet het einde van het verhaal. In tegendeel! De afgrond mag onpeilbaar diep schijnen, maar volgens diezelfde Bijbel van jou, zweeft de Geest van God erboven.’
Jean keek Basil een ogenblik getroffen aan. Toen brak een glimlach door in zijn gezicht.
‘Volgens mij ben jij de eerste van die onverslaanbare Gauls. En toverdrank heb je niet nodig.’
Jean en Basil omhelsden elkaar.
Jeffrey’s gezicht begon te stralen.
‘Daddy is Obelix!’ riep hij, wat een lachpartij onder de aanwezigen in de hal veroorzaakte.
Zo veranderde een vader uit zorg voor zijn zoontje de wanhoop van het moment in hoop voor de toekomst. De Engelse naam ‘Gauls’ raakte in de jaren daarna steeds meer ingeburgerd